Het ontstaan van Vlijtingen Vlug en Vrij !!

1 De voorgeschiedenis.

Reeds vele decennia voor het ontstaan van Vlijtingen Vlug en Vrij werd er voetbal gespeeld in Vlijtingen, een Zuid-Limburgs dorp op werpafstand van Nederland en Wallonië. Zo wordt de voetbalvereniging Marie-José, ontstaan rond Wereldoorlog I, genoemd als de eerste club van het dorp. Deze club, spelend in rood-zwarte uitrusting voetbalde op verschillende plaatsen in het dorp en trad vriendschappelijk aan tegen ploegen uit de buurdorpen. Vervolgens sloot op 28 mei 1935 Sportkring Vlijtingen zich aan bij de Koninklijke Belgische Voetbalbond, zodat vanaf toen het officiële voetbal in het dorp zijn vertegenwoordigers kende. Loyens Guillaume, Muermans Mathieu en Nulens Paul waren de oprichters van deze club, die in geel-zwarte uitrusting speelde en haar thuishaven had op een veld aan de Bijsstraat. Bij deze vereniging wordt er voor het eerst melding gemaakt van een clublokaal,dat zich bevond in het café 'Bij Steins'. Het voetbal in Vlijtingen was namelijk steeds onlosmakelijk verbonden met een café dat de thuishaven van de supporters was.Het enige sportieve succes van deze club was de promotie naar tweede provinciale in 1937, na winst tegen Eben-Emael. Bij het begin van de tweede wereldoorlog moest het veld echter afgestaan worden aan de bewoners van het dorp om aan groenteteelt te doen. De club week dan uit naar de terreinen van de naburige Vroenhovense Voetbalvereniging, maar hier verloor Sportkring Vlijtingen echter haar aantrekkingskracht en werd zij na twee jaren ontbonden. Als we het voetbal onder de oorlogsjaren bekijken is vooral Blauw-Wit vermeldingswaardig. Dit vriendenploegje, genoemd naar de kleuren van hun uitrusting, bestond uit jongeren uit de dorpen. Enkele spelers zoals Wijckmans B. en Loyen J. speelden later nog voor Vlijtingen V.V.

 

2 Het onstaan van Vlijtingen Vlug en Vrij.

Vlijtingen V.V. is ontstaan uit een groepje voetballers , waarvan Michel Daenen en Gaston Coenegrachts de leiders waren. Dit ploegje begon vanaf 1952 vriendschappelijke wedstrijden te spelen in de omliggende dorpen. Zij bezaten op dat moment nog geen terrein en de uitrusting, rood-zwart, werd geleend bij Vroenhoven waar Gaston Coenegrachts en Michel Daenen aangesloten waren en officiële wedstrijden speelden. Na ongeveer een jaar ging de ploeg op zoek naar een eigen terrein. Dit was geen sinecure o.a. door tegenkanting van de toenmalige deken Lavigne. Zo kwam er namelijk een terrein, dat eigendom was van de Kerkfabriek, in aanmerking als voetbalveld.Maar omdat de deken schrik had dat er minder volk naar de eucherastieviering zou komen, gaf hij geen toestemming het terrein te gebruiken. Uiteindelijk stelde Jan Coengrachts, de vader van Gaston, een stuk land,dat hij in bruikleen had, ter beschikking. Typerend voor het sociaal-culturele leven in het dorp was de bemiddeling, die er moest gebeuren bij de eigenaar van het stuk land, Theodoor Muermans. Zo waren er de geruchten dat de zus van Michel Daenen verhuisde van de vrije basisschool naar de gemeenteschool in het dorp, omdat de vrouw van Theodoor Muermans daar de directrice was. Wanneer de toestemming er was, werd alles in gereedheid gebracht en werd het terrein in Ellicht - een gehucht van Vlijtingen - de thuishaven van de club tot 1964. De eerste wedstrijd op dit veld werd gespeeld op paasmaandag 1953 en ging tussen de oudere en de jongere voetballers van het dorp.De toeschouwers, die zorgden voor de eerste inkomsten van de club, zagen de wedstrijd eindigen op 3-3. Na een tijdje rees er ook de vraag naar een eigen uitrusting en met de financiële steun van de plaatselijke drankhandelaar werden er truitjes gekocht. Na heel wat overleg werd besloten te gaan spelen in wit-zwarte uitrusting. Er lagen twee praktische redenen aan de basis van deze beslissing: er waren geen clubs in de omgeving met deze kleuren en het was het beste koop. Maar er was ook een derde symbolische reden, die belangrijk was: de kleuren zwart-wit waren een symbolische hereniging van de twee politieke strekkingen tijdens de oorlogsjaren. Zo stond wit symbool voor het verzet tijdens de tweede wereldoorlog en zwart voor hen, die collaboreerden met bezetters. Het café 'Bij Janke', dat het eerste clublokaal was van Vlijtingen V.V., behoorde trouwens tot de invloedsfeer van de laatst genoemde groep. Als benaming voor de club werd gekozen voor Vlug en Vrij. De verklaring, die meer dan waarschijnlijk volgde na de naamkeuze, was dat de club beschikte over snelle spelers en dat zij vrij waren, vermits ze geen eigen veld hadden en overal gingen spelen. Vlijtingen Vlug en Vrij werd officieel gesticht op zeventien april 1954. Deze datum wordt als stichtingsdatum aanvaard, omdat er toen een bestuur werd gevormd. De eerste voorzitter van de club werd Arthur Smeets,die deze functie ononderbroken zou uitoefenen tot 1988. Hij was het eerste officiële lid van de club en vervulde de eerste tien jaren de rol van voorzitter en secretaris. Boelen Edmond, die later secretaris zou worden, zorgde met de hulp van van enkele oud-bestuursleden van Sportkring Vlijtingen voor de administratie bij de oprichting. Bij de officiële aansluiting bij de K.B.V.B. op 20 augustus 1954 kreeg de club de stamnummer 5776. Tijdens de officiële oprichting werd ook het idee aangehaald om van start te gaan onder het stamnummer van de ter ziele gegane Sportkring Vlijtingen, maar dit was niet mogelijk, omdat er dan een te hoge schuldenlast moest afgelost worden. De oprichting van de club na de tweede wereldoorlog kan geplaats worden in een algemene trend, waarbij clubs als paddestoelen uit de grond schoten. Zo is het vermeldingswaardig dat Rapid Spouwen en Riemst Vooruit, twee clubs uit aangrenzende dorpen, respectievelijk een stamnummer lager en hoger dan Vlijtingen V.V. hebben. De club, die haar spelers zowel onder de studenten, boerenzonen en arbeiders zocht, speelde eerst een sezoen in de bijzondere afdeling onder de vleugels van de Zuid-Limburgse Verstandhouding. De eerste officiële wedstrijd speelde Vlijtingen V.V. tegen Membruggen V.V. en werd gewonnen met 5-0. Michel Daenen en Gaston Coenegrachts zorgden tijdens de eerste jaren voor de ploegopstelling en Barthel Wijckmans, die nog speelde voor Bilzerse V.V.,leidde nu en dan de trainingen. Het daarop volgend sezoen werd er in de officiële competitie van de K.B.V.B van start gegaan in derde provinciale afdeling en in 1959 werd er een afdeling hoger gespeeld, omdat er een extra reeks werd gevormd in tweede provinciale. In 1964 kon de club haar eerste titel vieren. Na een sezoen zonder nederlaag werd er gepromoveerd naar eerste provinciale. De club stond toen al enkele sezoenen onder de leiding van trainer Jean-Batiste Bertram. Deze Maastrichtenaar zou, met een kleine onderbreking eind jaren zestig, dertien jaar de sportieve lijnen bij de club uitzetten. Ondertussen waren reeds enkele mensen van buiten het dorp de rangen komen versterken. Er werden vooral spelers van Patre Eisden - thans Maasland - overgekocht. Toenmalig proost Muermans van Patro Eisden was namelijk afkomstig van Vlijtingen en vormde de link tussen de twee clubs.Zomaakten de broers Wattez, Colbacher, Lenders, Kettsia en Eymael jaren deel uit van de ploeg. Deze gekochte spelers zorgden wel voor een gat in de clubkas. En bij het begin van de jaren zeventig zou de club het roer omdraaien en met eigen spelersmatriaal gaan werken. Ook het sociaal-culturele leven rond de club begon zich te ontwikkelen. Zo had men al een clublokaal in het cafe 'Bij Janke' de vader van Michel Daenen. In dit café werd met nieuwjaar een mosselfeest georganiseerd voor de spelers en hun echtgenoten. Dit feest is de voorloper van het latere voetbalfeest in de harmoniezaal van het dorp. Het café werd namelijk te klein, omdat de spelers van buiten het dorp hun familie wilden meebrengen en er meer supporters kwamen. Dat deze supporters zorgden voor een soms hevige sfeer rond het veld en dat menig ploegen in het zand beten op het terrein in Ellicht. Dat het voetbal begon te leven in het dorp kan ook worden aangetoond door het feit dat Gaston Coenegrachts, die nog lid van Vroenhoven V.V. was, werd overgekocht met geld dat werd ingezameld in het dorp.

3 De periode 1964 - 1975.

Deze nieuwe periode werd ingezet met de verhuis naar een nieuwe accommodatie aan de Allewijweg. De promotie betekende het afscheid van de 'Hel van Ellicht', die niet aangepast was aan de noden van eerste provinciale. De keuze van het nieuwe terrein werd in de hand gewerkt door de heersende 'cafépolitiek'. De eigenaar van het veld, Pieter Gielen, was namelijk familie van de uitbaters van het café 'bij Pierre en Annie' en deze laatsten waren bereid de huur van het veld te betalen als het clublokaal bij hen werd ondergebracht. De inhuldiging van het terrein in september 1964 ging gepaard met het droppen van een voetbal uit een overvliegend vliegtuig. Op sportief vlak speelde Vlijtingen V.V. tijdens deze periode de rol van liftploeg tussen eerste en tweede provinciale. In 1968 was er de eerste degradatie, maar het daaropvolgend seizoen werd er terug postgevat in de hoogste provinciale afdeling. Door de fusie van Patria en Cercle Tongeren kwam er namelijk een extra plaatsje vrij in eerste provinciale en na het winnen van een eindronde was deze plaats voor Vlijtingen V.V. Ondanks enkele versterkingen was de club niet voldoende gewapend om deze toevallige promotie tot een goed einde te brengen en degradeerde ze onmiddelijk terug. Drie jaar later, in 1973, promoveerde Vlijtingen V.V. echter opnieuw en zou een glansperiode voor de club worden ingezet. Tijdens deze periode kwamen er enkele spelers vanuit Nederland de rangen versterken. Zo werd regelmatig gescout op tornooien in Maastricht en stootte men op spelers als Ramaeckers, Hermans Hubert en later diens broer Vic.Van Patro Eisden kwam Verschueren, ook een Nederlander, over. Hij zou later nog de rol van speler-trainer vervullen. Maar Vlijtingen zond ook zijn zonen uit. Zo werden Bertie Jeurissen en Gaston Coenegrachts verkocht aan Patro Eisden, dat toen in in de hogere nationale afdelingen speelde. De lokale jeugd begon voetbal meer en meer een aangename vrijetijdsbesteding te vinden. Dit resulteerde in het oprichten van een onafhankelijk jeugdbestuur in 1967 onder het voorzittersshap van Frans Nulens. Het bestuur nam met Goevaerts, een oud-speler van Thor Watereschei, zelfs een jeugdtrainer in dienst. Deze opvoeder zorgde voor een deskundige jeugdopleiding. Vanaf 1968 zou hij daarbij drie sezoenen de trainingen van het eerste elftal verzorgen. Het toenmalige bestuur, nog altijd onder leiding van Arthur Smeets, zorgde er voor dat een gemeente met 2000 inwoners zich in de hoogste regionen van het Limburgse voetbal kon handhaven. De clubleiding gaf eind jaren zestig zelfs een tijdschrift uit: DE VLIJTINGENAAR. Het berichtte over de gang van zaken in de club. Na een tweetal jaren ging het tijdschrift, dat zowel onder de vorm van abonnementen als onder de vorm van losse nummers verkocht werd, ter ziele. Een ander voorbeeld van vooruitgang was het versturen van officiële oproepingskaarten voor de spelers, zoals iedere zichzelf respecterende club toen deed. Tijdens het sezoen 1973-1974 deed ook de shirtreclame zijn intrede. Zo werd Nassen Sport, een plaatselijke fietsenhandelaar, de eerste sponsor tot 1979. De gemeentelijke overheid begon eind jaren zestig haar steun te verlenen aan de vereniging. Zo werd er in persverslagen van die tijd melding gemaakt van een jaarlijkse subsidie van 30.000 frank voor de club. Ook de geestelijke overheid van het dorp werkte mee aan de uitbouw van de club. Zij stelde een terrein voor de jeugd ter beschikking aan het Parochiaal Centrum. Maar ook op het veld zelf was het plaatselijke clerus aanwezig. Zo vatte toenmalig kapelaan Tollenaers regelmatig post in het doel bij Vlijtingen V.V.. Bovendien was hij tot 1986 proost van de club en gaf hij regelmatig training aan de jeugdige doelmannen.

4 Vlijtingen V.V. in vierde nationale.

Op sportief vlak beleefde de club tijdens de periode 1975 tot 1980 haar hoogdagen. Na een memorabele testwedstrijd in 1975 werd er namelijk gepromoveerd naar vierde nationale, waar men vijf seizoenen zou verblijven.De beslissende promotiewedstrijd tegen Eendracht Gerhees vond plaats op neutraal terrein in Diepenbeek. Vlijtingen had in de competitie reeds tweemaal verloren van Eendracht Gerhees, maar won deze wedstrijd door een doelpunt van Bertho Nassen na 110 minuten speeltijd. 3200 toeschouwers zagen Vlijtingen V.V. op karakter winnen van een technisch sterker Eendracht Gerhees. Rond deze wedstrijd hing er echter ook een omkoopschandaal. Zo werd een bestuurslid van Vlijtingen V.V. benaderd om de wedstrijd te verkopen. Vlijtingen V.V. liet Eendracht Gerhees echter in de val lopen door het gesprek op cassette te registreren. De club won echter op een eerlijke manier de wedstrijd, maar de toegepaste chantage kon ook geen schoolvoorbeeld van fair-play genoemd worden. De Promotie naar bevordering werd bewerkstelligd met overwegend spelers vanuit de eigen opleiding. Trainer Bertram maakte van deze groep twintigers een stevig collectief dat, volgens de toenmalige persverslagen, met karakter en countervoetbal successen behaalde. W.Cleuren, A.Daenen, J.Muermans, Bertho Nassen en Hubert Hermans zij enkele van de spelers, die de clubkleuren verdedigden tijdens deze perioden. Bertram werd na de promotie opgevolgd door Roebben, die de club vijf jaar zou gaan leiden. Vlijtingen speelde tijdens deze jaren tegen grote clubs zoals Lommelse SK., Seraing F.F. en Westerlo, die allen later tot de hoogste klasse van het nationale voetbal konden doorstoten. Maar ook de derby's tegen de eeuwige rivaal Rapid Spouwen waren wedstrijden om te onthouden.Door middel van 'voetbal met het hart', zoals het in de persberichten vaak clichématig werd beschreven, vertoefde de club in hoogste regionen van het klassement. In 1980 kreeg Vlijtingen het echter moeilijk en na een seizoen met vele kwetsuren en transfers van enkele spelers degradeerde men terug naar het provinciale voetbal. Op bestuursvlak waren er enkele wijzigingen bij de promotie naar vierde nationale. Zo nam secretaris Boelen na dertien jaar afscheid van de club en werd hij opgevolgd door Nicole Spits. Het bestuur zorgden met bescheidden financiële middelen en veel vrijwilligerswerk ervoor dat de club haar mannetje kon staan in het nationale voetbal. Samen met de promotie naar de nationale reeksen moesten er ook enkele aanpassingen aan de accommodatie komen. Tijdens het tussenseizoen in 1976 werd er een afsluiting rond het terrein geplaats, de kleedruimte gemoderniseerd en de kantine vergroot. Deze aanpassingen werden ondermeer mogelijk gemaakt door een gift van de gemeente. Deze extra financiële steun werd door de toenmalige bestuursleden uitzonderlijk genoemd. Volgens sommige paste dit namelijk goed in de verkiezingscampagne van enkele gemeenteraadsleden. Op het vlak van infrastructuur kon een dorpsploeg als Vlijtingen V.V. echter niet concurreren met de grote Kempische clubs, zoals Helzold F.C. en Hoogstraten. De jeugdwerking werd in 1978 nieuw leven ingeblazen met een ambitieuze bestuursploeg met als voorzitter Eddy Hauben en later Ludo Loyens. Deze laatste hield zich jaren bezig met de jeugd en zou in de jaren negentig een belangrijke rol in het hoofdbestuur gaan spelen. Dit nieuwe jeugdbestuur zorgde op gedreven wijze voor de jeugdopleiding, wat soms wel eens leidde tot laaiende discussies met het hoofdbestuur. In 1979 organiseerde men voor het eerst een goed jeugdtornooi, met onder andere ploegen uit Maastricht en later Wallonië. Momenteel gaat in augustus dit tornooi nog jaarlijks door en zorgt het voor financiële inkomsten van de club.Het jeugdbestuur gaf gedurende een tiental jaren een tijdschrift uit: JEUGD - INFO: zwart-wit. Hierin verschenen diverse artikels, gaande van verslagen van jeugdtornooien tot info over clubreglementen en tips om voetbalschoeisel te onderhouden. In 1988 hield het clubblad voor de jeugd echter op met bestaan. Door wijzigingen op het bestuursvlak, die verder in dit werk aanbod komen, smolt JEUGD - INFO: zwart - wit samen met VLIJTINGEN V.V., een infoblad van het hoofdbestuur van de club. Vanaf toen werd de info over de jeugd en het eerste elftal gebundeld in een tijdschrift, VLIJTINGEN V.V. info. De auteurs van deze tijdschriften waakten er altijd over dat zij een infoblad en geen advertentieblad maakten. Al verschenen de infobladen niet altijd op regelmatige tijdstippen, toch werd de kwaliteit ervan altijd verzorgd. Getuige hiervan zijn de artikels over de invloed van het maatschappelijke leven op het voetbal en de kritische verslagen over de gang van zaken in de club. Niet alleen op sportief vlak waren deze jaren een hoogtepunt,want ook op sociaalcultureel vlak beleefde de vereniging hoogdagen. Het jaarlijks 'voetbalfeest' was sinds de jaren zestig namelijk uitgegroeid tot een groot bal voor spelers, bestuur en supporters, dat plaats vond in de harmoniezaal van het dorp. Het clublokaal was ondertussen van locatie veranderd en vond gedurende de jaren zeventig onderdak in het cafe 'Bij Lom'. De inwoners van het dorp werden toe ook op de hoogte gehouden van het wel en wee van de club door middel van een vlugschrift aan de kerk. Deze kritische en door de ogen van een supporter bekeken verslagen werden natuurlijk graag gelezen en bediscussieerd. Tijdens deze periode werd er ook een clubspeldje uitgebracht. Op dit speldje werd een logo van Vlijtingen V.V. afgebeeld. Er zijn echter geen aanwijzingen dat Vlijtingen V.V. een officieel embleem had. In de loop der geschiedenis passeerden namelijk verschillende afbeeldingen de revue. Ook in de regionale pers werd er wekelijks melding gemaakt van de prestaties van de club, getuige hiervan zijn de talrijk bewaarde krantenknipsels in schoendozen of plakboeken bij oud-spelers en bestuurleden. Maar de club haalde ook de nationale pers, zoals diverse verslagen in SPORT 80, hét sporttijdschrift van die tijd,aantonen.

5 De moeilijke jaren voor de club.

Na de degradatie uit vierde nationale werd er gehoopt deze plaats zo snel mogelijk terug in te nemen. Maar de talentvolle lichting juniores, waarop de geestigd was, kon deze taak niet tot een goed einde brengen. Vlijtingen V.V. speelde zodoende tot 1989 in de hoogste provinciale reeks, waarna de degradatie naar tweede en later in 1992 naar derde provinciale volgde. Zo behaalde de club tijdens het verblijf in eerst provinciale wisselende successen met een verscheidenheid aan spelers en trainers . Zowel trainers als Meyers, Dewalque, een ex-speler van de nationale ploeg, en Peeters, die coach was bij St-Truiden, die konden de club niet op het goede spoor brengen. Maar ook mensen van de club zelf, zoals P.Kerkhofs en Paul Loyens, konden ondanks alle inspanningen niet zorgen voor een terugkeer naar het nationale voetbal. Ook het komen en gaan van nieuwe spelers zoals Nico Papanicolaou, Brassee, Jacobs, enz. bracht niet de gehoopte resultaten. Daarbij werd de neerwaartse spiraal ook niet omgebogen door het talent en de inzet van de lokale spelers, zoals L.Simenon, J.Nassen, A.Jans en L. Daenen. Het dieptepunt werd bereikt toen Vlijtingen V.V. in 1992 naar derde provinciale degradeerde. De vraag naar de oorzaken van deze mindere periode werd vaak gesteld, door zowel bestuursleden als supporters. Het vraagt geen bewijs te zeggen dat de meningen verschilden. Van op bestuursvlak werd er gewezen op het feit dat een kleine Haspengouwse deelgemeente, zoals Vlijtingen, niet de financiële middelen had van een club in de grotere Noord-Limburgse gemeenten. Zo was Vlijtingen V.V. zelf verantwoordelijk voor zijn accommodatie, zonder noemenswaardige financiële of logistieke steun van de gemeente Riemst. Vervolgens werd ook het transferbeleid, een tijdloze discussiepunt in het voetbal, bekritiseerd. Het zoeken naar een evenwicht tussen het kopen van allochtone spelers en de eigen jeugd een kans geven was en is nog altijd een moeilijke opgave. Door de supportes werd er dan ook vaak opgeworpen dat Vlijtingen V.V. haar eigenheid verloor door de vele vreemde spelers en dat er meer met het karakter van vroeger voor de dag moest gekomen worden. Als besluit kan worden aangenomen dat door een samenloop van demografische en sportieve problemen de club in een dal geraakte. Rationeel bekeken kan men stellen dat voetbal op nationaal niveau in de heersende omstandigheden te hoog gegrepen was voor Vlijtingen V.V. Op bestuurvlak zorgde de mindere periode ook voor veranderingen. Gekatalyseerd door de algemene trend naar een open beleid in de voetbalclubs, ging Vlijtingen V.V. op 27 mei 1988 over van een feitelijke vereniging naar een vereniging zonder winstoogmerk. Samen met de structuurwissel kwam er ook een nieuwe clubleiding. Arthus Smeets gaf op 18 april 1988 zijn ontslag, nadat hij meer dan dertig jaar de functie van voorzitter met bravoure had vervuld. Op 61 jarige leeftijd vond hij de tijd gekomen om de fakkel over te geven. In de nieuwe structuur werd er gekozen voor een dubbel voorzitterschap: dokter Johan Smeets, geen familie van de afscheidnemende praeses, werd voorzitter van de beheerraad en Ludo Loyens werd voorzitter van het bestuur. Deze nieuwe bestuursvorm, die vanaf 1988 het gehele beleid van de club zou uitzetten, betekende het einde van een afzonderlijk jeugd- en hoofdbestuur. Moenteel, in 1999 staat dit duo nog steeds in voor een meer zakelijk beleid van de club. Door middel van tornooien, restaurantdagen, kienavonden en tombela's zorgt men tot op de dag van vandaag voor een gezonde financiële situatie. Ook sponsering begon een belangrijke rol te spelen in de jaren tachtig. Vanaf 1983 tot op heden zou Nopri - thans Delhaize -, een grootwarenhuis in het dorp, de hoofdsponsor van de club zijn. Op sociaal - cultureel vlak kwam de club steeds minder centraal te staan in het dorp. Er ontstonden steeds meer mogelijkheden in het dorp om de vrijetijd in te vullen. Zo zijn er naast twee jeugdbewegingen ook twee vollybalclubs: Kitoko II en Lavoc Lafelt, dat gevestigd is in een gehucht van Vlijtingen. Daarnaast is er het gegeven dat mensen mobieler zijn dan vroeger, wat zich uit in de deelname aan initiatieven buiten Vlijtingen. Toch bleef het voetbal voor de dorpsjeugd een belangrijke aantrekkingspool. Ondanks de mindere periode van het eerste elftal werd de jeugdwerking steeds verder uitgebouwd, zodat steeds meer leeftijds categoriën de kleuren van Vlijtingen V.V. hoog hielden. En met Daniël Nassen,momenteel speler bij Lommelse S.K., maar in 1984 naar R.Standard de Liége getransfereerd, heeft de club tot op de dag van vandaag een jeugdspeler in de hoogste nationale afdeling. Zoals hoger vermeld, kon men de jeugdige gang van zaken volgen in het clublad JEUGD-INFO: zwart-wit. Het clublokaal dat in de jaren tachtig in het café 'Bij Hugo' en later in café 'Windsor' onderdak vond verloor zij functie als supporterslokaal. Dit werd natuurlijk in de hand gewerkt door de rol van de kantine naast het terrein en door het feit dat het caféleven in de dorpen wijzigde met de jaren. De sportieve kentering kwam er toen Vlijtingen V.V. terug een rol van betekenis ging spelen in derde provinciale. Deze goede resultaten zorgde ervoor dat de club de balans terug naar positieve zijde liet overhellen.

6 Vlijtingen V.V. op weg naar 2000.

Na de degradatie naar derde povinciale in 1992, kon Vlijtingen V.V. zich echter snel hernemen. De club speelde enkele jaren mee in de top van de klassering en mistte meermaals op een haar na de titel. Op paasmaandag in 1997 kon uiteindelijk de promotie gevierd worde, na een 2-3 winst in Uikhoven en mocht de aanhang na 21 jaar weer vieren. Ondanks de mindere jaren tachtig waren er toch enkele jeugdspekers uitgegroeid tot een vaste waarde. Zo bewerkstelligden huidig kapitein W.Mengels, doelman J-P Hermans en P.Hertogen onder leiding van Staf Henderix deze laatste promotie. Naast de eigen spelers versterkten ook begin jaren negentig allochtonen de rangen: J.Thans, R.Geladé en P.Demunck zijn er enkele van. Momenteel is Vlijtingen V.V. reeds twee seizoenen een stevige middenmotor in tweede provinciale afdeling met een ploeg bestaande uit een mix van eigen jeugdspelers en vreemde spelers. Door het arrest-Bosman ontstaat er namelijk een situatie van een komen en gaan van spelers, dat van clubliefde een voorbijgestreefd begrip maakt. Men mag zich echter niet laten verleiden tot een vergelijking tussen vroeger en nu. Op maatschappelijk vlak zijn er namelijk zoveel veranderingen gebeurd dat een objectieve vergelijking niet mogelijk is. Vlijtingen V.V. is niet meer dé dorpsploeg, maar is één van de verenigingen uit het dorp geworden. Toch blijft voetbal voor een 200-tal supporters, vele spelers en jeugdspelers een aangenaam tijdverdrijf. Dat het voetbal blijft leven wordt aangetoond door de talrijke ouders rond het veld bij jeugdwedstrijden, de vele vrijwilligers, de kerstfeestjes en andere initiatieven van de club. Momenteel zijn de clubs wel gedwongen om op het gebied van jeugd samen met te werken met andere ploegen. Het bestuur dat de v.z.w.-structuur oprichtte is nog altijd op post en zorgt ervoor dat Vlijtingen V.V. een gezonde club blijft. Met de jaren kwamen er ook de veranderingen aan de accomodatie aan de Allewijweg. Zo werd de kleedruimte uitgebreid en een ontvangstlokaal bijgebouwd en veranderde de ligging van het B-terrein enkele keren. Ook heeft Vlijtingen V.V. sinds eind jaren tachtig het voorrecht over een lichtinstallatie op het A-terrein te beschikken, wat de mogelijkheid biedt avondwedstrijden te spelen. In 1990 werd het terrein overgekocht door de gemeentelijke overheid. Naast de jaarlijkse subsidies en logistieke steun is dit een bewijs dat de gemeente momenteel haar sportclubs steunt. Bovendien is het terrein van de club gelegen in een zone voor dagrecreatie, zodat er geen problemen zij om te voldoen aan het huidige ruimtelijk structuurplan Vlaanderen. Vlijtingen Vlug en Vrij is dus klaar om het nieuwe millennium aan te vatten........

Deze historiek is samengesteld door Nassen David, ( speler van V.V.V.) als eindwerk aan de K.U. Leuven.

Academiejaar 1998-1999 Faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie.